ECLI:NL:OGAACMB:2015:9
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift ex artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 22 juni 2015 uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, die in persoon procedeerde tegen de minister van Financiën. Klager had een bezwaarschrift ingediend op 19 januari 2015, ex artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La), naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het gerecht van 15 augustus 2011, waarin het bezwaar van klager gegrond was verklaard. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken bevestigde deze uitspraak op 31 juli 2014, waarbij verweerder werd opgedragen binnen twee maanden een beslissing te nemen op het verzoek van klager tot verhoging van zijn accountancy-toelage.
Tijdens de zitting op 11 mei 2015 werd vastgesteld dat verweerder op 7 mei 2015 alsnog gevolg had gegeven aan de eerdere uitspraak, maar klager betoogde dat hij schade had geleden door het uitblijven van een beslissing. Verweerder stelde dat er, nu er inmiddels een beslissing was genomen, geen ruimte meer bestond voor toepassing van artikel 96 van de La. Het gerecht oordeelde dat dit verweer slaagde, aangezien artikel 96 enkel grond biedt voor schadevergoeding bij niet-nakoming van een rechterlijke uitspraak.
Het gerecht concludeerde dat klager geen recht had op schadevergoeding, omdat de beslissing van verweerder inmiddels was genomen en er geen grondslag was voor een andere schadevergoeding. Klager werd erop gewezen dat bezwaren tegen de inhoud van de beschikking in een aparte procedure moesten worden aangevoerd. De uitspraak leidde tot de slotsom dat het bezwaar van klager ongegrond werd verklaard, en er werd hoger beroep open gesteld bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.