In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten genoemd in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.2 tot en met 1.9. Die feiten komen op het volgende neer.
(i) De aandelen in Steenfabriek De Rijswaard B.V. (hierna: Steenfabriek) waren indirect in handen van vier broers: [broer 1] , [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] . De vennootschappelijke structuur was als volgt. Alle aandelen in Steenfabriek worden gehouden door [beheermaatschappij] B.V. (hierna: [beheermaatschappij] ). De aandelen in [beheermaatschappij] zijn gecertificeerd en worden gehouden door Stichting Administratiekantoor ‘De Rijswaard’ (hierna: STAK). STAK heeft certificaten uitgegeven aan de beheermaatschappijen van de vier broers. [eiser 1] heeft een deel van zijn belang overgedragen aan zijn zoon [verweerder 2] , die zijn vader is opgevolgd als directeur van Steenfabriek.
(ii) In 2018 was de onderlinge verhouding van de belangen van de vier broers en [verweerder 2] in Steenfabriek (in de vorm van certificaten van aandelen in [beheermaatschappij] ) als volgt:
- [eiser 1] : 31,33%
- [eiser 2] : 36,27%
- [eiser 3] : 11,58%
- [broer 1] : 10,37%
- [verweerder 2] 10,44%
(iii) De beheermaatschappijen van de vier broers zijn zo vormgegeven dat ieder van de broers alle gewone aandelen alsmede zeven preferente aandelen in de eigen beheermaatschappij houdt. Ieder van de broers houdt ook één preferent aandeel in elk van de beheermaatschappijen van de andere broers. De statuten van de beheermaatschappijen hielden in dat de aandelen daarin niet overgedragen mochten worden aan derden, met een uitzondering van eigen kinderen van de desbetreffende broer, zonder deze eerst aan te bieden aan de andere broers.
(iv) Tussen [eiser 1] en zijn zoon [verweerder 2] zijn ernstige spanningen ontstaan. [eiser 1] heeft [verweerder 2] onterfd.
(v) [broer 1] heeft op 23 december 2017 zijn broers opgeroepen voor een aandeelhoudersvergadering van zijn beheermaatschappij, te houden op 10 januari 2018 om 11.00 uur, met als agendapunt wijziging van de statuten met betrekking tot de hiervoor onder (iii) genoemde beperking van de overdraagbaarheid van de aandelen.
(vi) Bij notariële akte van 20 februari 2018 zijn de statuten van de beheermaatschappij van [broer 1] gewijzigd. Na de wijziging houden de statuten in dat de verplichting tot aanbieding van de aandelen aan de overige aandeelhouders niet geldt “
indien ten gevolge van overlijden geen andere personen dan één of meer bloedverwanten in de rechte neerdalende lijn van[de vader van de vier broers]
rechten op aandelen kunnen doen gelden”.
(vii) [broer 1] is op 20 november 2020 overleden. [broer 1] had geen kinderen en heeft in zijn testament de Stichting tot zijn erfgenaam benoemd en alle door hem gehouden aandelen in zijn beheermaatschappij tegen inbreng gelegateerd aan [verweerder 2]