De rechtbankheeft de vorderingen afgewezen. Het hofheeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure. Daaraan heeft het hof het volgende ten grondslag gelegd.
Vast staat dat tussen partijen meerdere jaren een contractuele relatie heeft bestaan op grond waarvan Get Moving c.s. in opdracht van DPD pakketten rondbrachten. Niet in geschil is dat de overeenkomsten telkens zijn voortgezet en dat de contractuele relatie tussen partijen per 1 januari 2019 is geëindigd door opzegging door DPD. Onder die omstandigheden ligt het in de rede de contractuele relatie tussen partijen aan te merken als duurovereenkomsten. Partijen hebben dat, gezien de wijze waarop zij uitvoering gaven aan de overeenkomsten, kennelijk ook zo bedoeld. (rov. 3.18)
In zijn arrest van 2 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:141 (Goglio/SMQ Group)) heeft de Hoge Raad de regels inzake de al dan niet opzegbaarheid van duurovereenkomsten uiteengezet. Als een duurovereenkomst voorziet in een regeling van de opzegging, kunnen, indien de wet en hetgeen tussen partijen is overeengekomen daarvoor ruimte laten, de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval op grond van art. 6:248 lid 1 BW meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat de opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat, een bepaalde opzegtermijn in acht wordt genomen of de opzegging gepaard gaat met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Een beroep op een uit een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen kan op grond van art. 6:248 lid 2 BW onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. (rov. 3.20) Voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op de voet van art. 6:248 lid 1 BW is plaats indien een overeenkomst ter zake van een bepaald onderwerp, zoals in dit geval: de contractuele opzeggingsregeling, een leemte bevat. Of de overeenkomst een leemte bevat, moet worden bepaald door uitleg van de overeenkomst. (rov. 3.22)
Uit de in de overeenkomsten opgenomen opzeggingsregeling volgt niet onder welke omstandigheden de overeenkomsten opgezegd mogen worden. Aan de opzegging zijn geen eisen gesteld, anders dan dat opzegging schriftelijk moet geschieden en met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. (rov. 3.23)
Gelet op de substantiële uitbreiding van de samenwerking sinds het begin ervan in 2008 respectievelijk 2011, had het op de weg van partijen gelegen om de overeenkomsten tegen het licht te houden en zo nodig aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Aanpassing van de opzegregeling had in de rede gelegen en in zoverre is dus sprake van een leemte in de overeenkomsten. Niet gebleken is dat partijen de veranderde omstandigheden bewust niet hebben meegenomen. Het komt het hof voor dat partijen eenvoudigweg niet onder ogen hebben gezien dat de opzegregeling aanpassing behoefde vanwege de veranderde omstandigheden. Niet alleen Get Moving c.s. stellen zich op het standpunt dat opzegging met inachtneming van een termijn van één maand hun schade heeft berokkend. Ook DPD heeft verklaard dat de opzegging op korte termijn bij haar voor problemen zorgde, omdat zij gebruik heeft moeten maken van dure koeriersdiensten. Dat onderstreept het belang van een aan de sterk veranderde omstandigheden aangepaste uitleg van de overeenkomsten op het punt van de opzegregeling. De grondslag daarvoor is de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. (rov. 3.25)
Tegen de achtergrond van de langdurige, sterk geïntensiveerde samenwerking tussen partijen, de wijze waarop partijen aan de samenwerking uitvoering gaven, de daardoor bij Get Moving c.s. ontstane redelijke verwachtingen en de afhankelijkheid van Get Moving c.s. van de met de opdrachten van DPD te realiseren omzet, is DPD door een opzegtermijn van één maand in acht te nemen onvoldoende tegemoetgekomen aan het gerechtvaardigde belang van Get Moving c.s. bij een opzegging tegen een langere termijn. (rov. 3.34)
Het belang van Get Moving c.s. bij opzegging tegen een langere termijn ligt daarin dat zij hun bedrijfsvoering, mede gelet op de afhankelijkheid van DPD, op een termijn van één maand niet of nauwelijks konden afstemmen op het op zo korte termijn niet voorziene wegvallen van DPD als opdrachtgever. (rov. 3.35)
DPD heeft te kennen gegeven dat haar belang om met inachtneming van een opzegtermijn van één maand de samenwerking te beëindigen was gelegen in het argument dat de kwaliteit van de uitvoering van de opdrachten door Get Moving c.s. na opzegging ‘niet zou verbeteren’. Een langere opzegtermijn zou dan ook nadelig voor DPD zijn geweest. (rov. 3.36)
Wat hiervan zij, dit belang van DPD weegt minder zwaar dan het aan de continuïteit van hun ondernemingen rakende belang van Get Moving c.s. bij een opzegging op een wat langere termijn dan één maand. (rov. 3.37)
Gelet op al het voorgaande is een opzegtermijn van drie maanden redelijk jegens Get Moving en een opzegtermijn van twee maanden jegens Bosch Transport. (rov. 3.38)
Het voorgaande betekent dat DPD toerekenbaar is tekortgeschoten jegens Get Moving c.s. door op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Get Moving c.s. kunnen aanspraak maken op vergoeding van de hieruit voor hen voortvloeiende schade (art. 6:74 BW). (rov. 3.39)
De gehanteerde opzegtermijn van één maand afgezet tegen het probleem voor Get Moving c.s. om op zo korte termijn hun bedrijfsvoering af te stemmen op het onvoorziene wegvallen van DPD als opdrachtgever, betekent dat de mogelijkheid dat Get Moving c.s. schade hebben geleden, aannemelijk is. (rov. 3.40)
Uitgangspunt van het schadevergoedingsrecht is dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven. (rov. 3.41)
Get Moving c.s. hebben hun vordering echter niet gebaseerd op de vereiste vermogensvergelijking, maar op een opsomming van kosten die volgens Get Moving c.s. voortvloeien uit de opzegging op een termijn van één maand. Daarmee beschikt het hof niet over voldoende gegevens om de schade te begroten die Get Moving c.s. hebben geleden als gevolg van de tekortkoming. Het hof zal partijen voor het begroten van de schade dan ook naar de schadestaatprocedure verwijzen. (rov. 3.42)