ECLI:NL:HR:2025:551

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
24/01475
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over inbreuk op merkenrecht en verwarringsgevaar

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Bestseller c.s. en OFM c.s. De zaak betreft een geschil over inbreuk op het merkenrecht en de toepassing van de neutralisatieleer. Bestseller c.s., vertegenwoordigd door advocaat T. Cohen Jehoram, hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 16 januari 2024 werd gewezen. OFM c.s., vertegenwoordigd door advocaat A.M. van Aerde, hebben een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van Bestseller c.s. beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft Bestseller c.s. in de proceskosten verwezen, die zijn begroot op € 15.000,--, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan door de raadsheren C.E. du Perron, F.R. Salomons, K. Teuben, en openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/01475
Datum11 april 2025
ARREST
In de zaak van
1. AKTIESELSKABET AF 21. NOVEMBER 2001,
gevestigd te Brande, Denemarken,
2. BESTSELLER A/S,
gevestigd te Brande, Denemarken,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna: Bestseller c.s.,
advocaat: T. Cohen Jehoram,
tegen
1. OFM B.V.,
gevestigd te Geldermalsen,
2. [Holding] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: OFM c.s.,
advocaat: A.M. van Aerde.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/592805 / HA ZA 20-478 van de rechtbank Den Haag van 22 december 2021;
b. het arrest in de zaak 200.309.760/01 van het gerechtshof Den Haag van 16 januari 2024.
Bestseller c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
OFM c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Bestseller c.s. mede door S.Y.S. Dam en voor OFM c.s. mede door N.M. Bilderbeek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Bestseller c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2.2
Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dienen Bestseller c.s. te worden verwezen in de proceskosten. Nu OFM c.s. op de voet van art. 1019h Rv vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd en partijen overeenstemming hebben bereikt over de ter zake op de voet van deze bepaling toe te schatten kosten, zal de Hoge Raad dienovereenkomstig beslissen (Indicatietarieven in octrooizaken Hoge Raad punt 4).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Bestseller c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van OFM c.s. begroot op € 15.000,-- aan verschotten en salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Bestseller c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
11 april 2025.