ECLI:NL:HR:2025:521
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 april 2025 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 november 2024. Het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende, [X] B.V., het verschuldigde griffierecht niet had betaald. De griffier van de Hoge Raad had de belanghebbende op 20 december 2024 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld. Deze brief werd echter teruggezonden wegens onbestelbaarheid. Vervolgens werd het griffierecht opnieuw op een andere manier onder de aandacht van de belanghebbende gebracht, maar ook hierop werd niet gereageerd. Hierdoor kon de Hoge Raad niet anders dan het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.