Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
4 april 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen TER INGREDIENTS GMBH & CO. KG en TER INGREDIENTS VERWALTUNGS GMBH (hierna gezamenlijk aangeduid als TER c.s.) en REMIA C.V. De zaak betreft een cassatieberoep tegen de afwijzing van een verzoek om aanvulling van een eerder arrest. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak, waaronder vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland en arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Hoge Raad zelf. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft de klachten van TER c.s. beoordeeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien dit niet noodzakelijk was voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en TER c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.073,--, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak aan deze kosten is voldaan.