Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Remia C.V. en TER Ingredients GmbH & Co. KG en TER Ingredients Verwaltungs GmbH. Remia, gevestigd te Den Dolder, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 7 september 2021 werd gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland en het arrest van het hof. De advocaat-generaal P. Vlas heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van Remia schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van Remia over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen en Remia veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vicepresident en de raadsheren.