Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
25 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 september 2022. De verdachte, geboren in 1965, was in hoger beroep veroordeeld voor het telen van een grote hoeveelheid hennep in drie door hem gehuurde woningen, alsook voor meermalen gepleegde diefstal van elektriciteit. De advocaat van de verdachte, J. Kuijper, heeft een cassatiemiddel ingediend, terwijl de advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar enkel wat betreft de opgelegde taakstraf. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft echter ambtshalve vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde taakstraf van 240 uren naar 228 uren, met een bijbehorende vermindering van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.