ECLI:NL:HR:2025:405

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
24/00463
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag ex art. 552a Sv door cliënt van overleden advocaat na beslag op stukken en digitale gegevensdragers

In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de klaagster, de cliënt van een inmiddels overleden advocaat. De klaagster heeft een beroep gedaan op het verschoningsrecht van haar advocaat in een situatie waarin de politie beslag heeft gelegd op stukken en digitale gegevensdragers. De politie heeft van de inhoud van deze gegevensdragers kopieën gemaakt, waarna de originele gegevensdragers aan de cliënten zijn teruggegeven. De kopieën, inclusief mogelijke geheimhoudersstukken, blijven echter ter beschikking van de opsporingsautoriteiten. De rechtbank heeft het beklag niet-ontvankelijk verklaard, wat de klaagster heeft doen besluiten om in cassatie te gaan. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van de klaagster gegrond verklaard, met verwijzing naar de redenen die zijn vermeld in een eerdere beschikking (ECLI:NL:HR:2025:404). De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Noord-Nederland voor een nieuwe behandeling. Deze uitspraak is gedaan op 18 maart 2025, waarbij de vice-president M.J. Borgers als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans. De advocaat-generaal P.M. Frielink had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, maar de Hoge Raad heeft anders beslist.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00463 Bv
Datum18 maart 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 24 januari 2024, nummer RK 23/007681, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring door de rechtbank van het door de klaagster ingestelde beklag.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de beschikking die de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 24/00461 Bv, ECLI:NL:HR:2025:404.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Noord-Nederland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 maart 2025.