Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
7 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een kerkelijk ontslag. De eiseres, een lid van de Protestantse Gemeente te Edam, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Holland. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en dat er geen noodzaak was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan door de vicepresident en een aantal raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.