In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten genoemd in rov. 2.1-2.18 van het bestreden arrest. Voor zover in cassatie van belang zijn de feiten als volgt.
(i) Zeeland Aluminium Company N.V. (hierna: Zalco) is in december 2011 in staat van faillissement verklaard. Zalco exploiteerde een aluminiumsmelterij (hierna: de elektrolysefabriek). Zalco was op grond van een opstalrecht eigenaar van de elektrolysefabriek en was erfpachter van het fabrieksterrein. ZSP was eigenaar van het fabrieksterrein.
(ii) NB heeft aan Zalco een kredietfaciliteit verstrekt van ongeveer € 20 miljoen. NB had in 2009 een pandrecht verkregen op de (aluminium)voorraden van Zalco en voorts een eerste hypotheekrecht op Zalco’s recht van erfpacht en opstal. ZSP had een tweede recht van hypotheek op het recht van erfpacht en opstal.
(iii) Glencore leverde aluinaarde aan Zalco. Glencore verkreeg in november 2011 een eerste pandrecht op het aluminium waarvan Zalco eigenaar was of zou worden (hierna: het pandrecht). Ten behoeve van de vestiging van het pandrecht heeft NB haar pandrecht op het (toekomstige) aluminium (zie hiervoor onder (ii)) prijsgegeven. In ruil daarvoor verkreeg NB een pandrecht op een door (een groepsmaatschappij van) Zalco aangehouden cashdepot van € 3 miljoen (hierna: het cashdepot), gefinancierd door Glencore.
(iv) Ten tijde van de faillietverklaring van Zalco bevond zich aluminium in vloeibare vorm in elektrolysebakken (hierna: de ovens). De curatoren hebben het productieproces gefaseerd stilgelegd. Het overgrote deel van het vloeibare aluminium is toen gestold. Het gestolde aluminium wordt hierna ook aangeduid als het aluminium.
(v) Op 11 juni 2012 is tussen de curatoren, ZSP, NB, UTB Holding en een derde een overeenkomst gesloten die onder meer inhoudt (a) dat NB en ZSP afstand doen van hun hypotheekrechten, (b) dat het recht van erfpacht en opstal wordt beëindigd waardoor ZSP onbezwaard eigenaar werd van de elektrolysefabriek en het terrein niet langer was bezwaard met beperkte rechten en (c) dat UTB Holding de elektrolysefabriek – waar zich toen het aluminium bevond – volledig zal slopen en het gehele terrein zal saneren.
(vi) Bij overeenkomst van 19 oktober 2012 heeft UTB Holding het aluminium gekocht, althans het recht verworven om dit uit de ovens te verwijderen en de opbrengst te behouden, tegen betaling van een bedrag van € 5.125.000,-- aan ZSP en/of NB. UTB Holding heeft in het kader van de sloop van de elektrolysefabriek het aluminium uit de ovens laten verwijderen.
(vii) In november 2017 is tussen onder meer Glencore, de curatoren en UTB Holding overeengekomen dat de curatoren het aluminium onbezwaard mogen verkopen en dat de opbrengst op een escrowrekening zal worden gestort. Vervolgens is het aluminium geveild. Glencore heeft het aluminium op de veiling gekocht voor ruim USD 8 miljoen.