Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
21 februari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld door drie eisers na een dodelijk skiongeval in Oostenrijk. De eisers, wonende in Nederland, hebben hun vordering ingesteld tegen de Alpbacher Bergbahn Gesellschaft m.b.H. & Co. KG, de exploitant van het skigebied waar het ongeval heeft plaatsgevonden. De zaak is eerder behandeld door de rechtbank Gelderland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waartegen de eisers cassatie hebben ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de eisers in de kosten van het geding veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 21 februari 2025, waarbij de vicepresident en de raadsheren de beslissing hebben genomen.