Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
14 februari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Sandoz B.V. (hierna: Sandoz), gevestigd te Weesp, cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest volgde op een eerder vonnis van de rechtbank Den Haag. Sandoz was in het ongelijk gesteld in de eerdere instanties en heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het oordeel van het hof. Bristol-Myers Squibb Holdings Ireland Unlimited Company (hierna: BMS), gevestigd in Dublin, Ierland, heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van Sandoz over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Sandoz is als in cassatie in het ongelijk gestelde partij verwezen in de proceskosten. BMS had vergoeding van de kosten in cassatie gevorderd op basis van artikel 1019h Rv, en partijen hebben overeenstemming bereikt over de kosten. De Hoge Raad heeft beslist dat Sandoz in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld, met een specificatie van de kosten die aan BMS zijn begroot. Het arrest is op 14 februari 2025 gewezen en openbaar uitgesproken.