Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
3.Beslissing
18 februari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 februari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 24 oktober 2023 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1975, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De advocaat van de verdachte, A.A. Franken, heeft cassatiemiddelen voorgesteld. Daarnaast heeft de benadeelde partij, vertegenwoordigd door advocaat F.J.M. Hamers, ook een cassatiemiddel ingediend. De advocaat-generaal, A.E. Harteveld, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.