ECLI:NL:HR:2025:237
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Bakker, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juni 2024. Het hoger beroep van belanghebbende was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, die betrekking had op een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2015. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.