ECLI:NL:HR:2025:164

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
24/00698
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over termijnoverschrijding en invloed van advocaat op beroepstermijn

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben de eisers tot cassatie, Lifex c.s., beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De curator, Barend Willem Joseph Marie de Roy van Zuidewijn, heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van Lifex c.s. over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het incidentele beroep van de curator behoeft geen behandeling, aangezien het afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het principale beroep verworpen en Lifex c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Deze uitspraak is gedaan op 31 januari 2025 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/00698
Datum31 januari 2025
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats], Noorwegen,
2. LIFEX HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Limasol, Cyprus,
EISERS tot cassatie, verweerders in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Lifex c.s.,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
Barend Willem Joseph Marie DE ROY VAN ZUIDEWIJN, in hoedanigheid van curator in het faillissement van ATLANTIC MARINE SERVICES B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: de curator,
advocaat: N.E. Groeneveld-Tijssens.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/696374 / HA ZA 21-111 van de rechtbank Amsterdam van 25 augustus 2021, 19 januari 2022 en 31 augustus 2022;
b. het arrest in de zaak 200.332.363/01 van het gerechtshof Amsterdam van 28 november 2023.
Lifex c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De curator heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de curator heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt Lifex c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Lifex c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
31 januari 2025.