Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant] ,
[geïntimeerde], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Atlantic Marine Services B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
“irrevocable”(onherroepelijk) was, (ii) dat zij de Nederlandse taal niet machtig zijn en dus pas na vertaling en professionele bijstand bekend zijn geraakt met de inhoud van het vonnis en de voor hen negatieve uitkomst daarvan, (iii) dat het vonnis vlak voor de feestdagen aan hen is toegezonden en (iv) dat hun belangen bij een inhoudelijk appel groot zijn, terwijl de belangen van de curator niet (ernstig) worden geschaad. Appellanten stellen dat gelet op omstandigheden (i) en (ii) de (extra) termijn van veertien dagen niet is aangevangen op 20 december 2022 maar later. Immers, pas nadat zij redelijkerwijs bekend waren met de
inhoudvan het vonnis konden zij als buitenlandse partijen beoordelen of hoger beroep aangewezen was. Bovendien zijn zij, na door de mededeling van de curator op het verkeerde been te zijn gezet, pas later bekend geraakt met de mogelijkheid van een verschoonbare termijnoverschrijding. In ieder geval maken al deze omstandigheden tezamen volgens appellanten dat, mede in het licht van artikel 6 EVRM, het hoger beroep binnen een redelijke termijn na 20 december 2022 is ingesteld.