Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
17 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de wijziging van partneralimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag, waarin de man, verweerder in cassatie, was veroordeeld tot terugbetaling van te veel ontvangen alimentatie. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, die relevant zijn voor het procesverloop. De advocaat van de vrouw, N.C. van Steijn, heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal L.M. Coenraad, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist was voor de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.