ECLI:NL:HR:2025:1548

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
24/02215
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over poging tot verkrachting en de motivering van het bewezenverklaarde

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 30 mei 2024 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1960, was in eerste aanleg vrijgesproken van poging tot verkrachting, maar het hof had deze vrijspraak in hoger beroep vernietigd. De verdediging stelde dat het hof zich had beroepen op niet in de bewijsmiddelen vermelde gegevens, zonder deze met voldoende nauwkeurigheid aan te duiden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de verklaringen van de aangeefster, die gepaard gingen met zichtbare emoties, als steunbewijs voor de betrouwbaarheid van haar verklaringen had aangemerkt. Dit werd niet onbegrijpelijk geacht en de Hoge Raad concludeerde dat er geen grond was voor cassatie. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. Het arrest benadrukt het belang van de motivering van de bewezenverklaring en de rol van steunbewijs in strafzaken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/02215
Datum14 oktober 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 30 mei 2024, nummer 23-000004-23, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat D. Bektesevic bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over (de motivering van) het bewezenverklaarde.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 oktober 2025.