Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
9 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 maart 2024. De verdachte, geboren in 1991, was veroordeeld voor moord, waarbij hij in 2021 in een park in Almelo een ander 25 keer met een mes heeft gestoken. De Hoge Raad heeft de opgelegde TBS met dwangverpleging beoordeeld, waarbij het verweer van de verdachte was dat het PBC-rapport verouderd en onvolledig was, en dat hierop geen TBS-oplegging kon worden gebaseerd. De advocaat-generaal P.M. Frielink concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. Wel heeft de Hoge Raad ambtshalve vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van tien jaren naar negen jaren en elf maanden. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.