In cassatie kan van worden uitgegaan van de feiten vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.1-1.21. Samengevat komen deze op het volgende neer.
(i) Derco is een bedrijf dat transportbanden produceert voor onder meer industriële en voedselverwerkende bedrijven. De aandelen in Derco werden tot 25 november 2014 gehouden door Derco Beheer, en daarna door Derco Groep B.V., een 100% dochtermaatschappij van Derco Beheer. [eiser 3] was in de periode waarop dit geschil ziet (direct dan wel indirect) bestuurder en enig aandeelhouder van de betreffende vennootschappen.
(ii) In 2008 heeft Derco vanwege een liquiditeitstekort haar huisbankier F. Van Lanschot Bankiers N.V. (hierna: Van Lanschot) verzocht om aanvullende financiering.
(iii) Van Lanschot heeft aan de voorzetting van het krediet (onder meer) de voorwaarde gesteld dat Derco gebruik diende te maken van de diensten van de maatschap om het ondernemingsplan inclusief een gedetailleerde begroting en liquiditeitsprognose voor 2009 op realiteitswaarde te toetsen.
(iv) In maart 2009 heeft Derco Beheer aan de maatschap een opdracht verstrekt en in april 2009 een vervolgopdracht (hierna: de opdrachten). De opdrachten zijn namens de maatschap uitgevoerd door [verweerder 10] en [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]).
(v) [verweerder 10] heeft, zonder [eiser 3] en de overige managementsleden van Derco daarover in te lichten, met Van Lanschot gedeeld dat hij voor de toekomst binnen Derco een belangrijke rol weggelegd zag voor het managementslid [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]). Tijdens de uitvoering van de opdrachten hebben [verweerder 10] en [betrokkene 1] regelmatig contact gehad met Van Lanschot over Derco c.s. en daarbij informatie over Derco c.s. met Van Lanschot gedeeld, zonder Derco c.s. in deze contacten te betrekken.
(vi) [verweerder 10] heeft voorts, buiten medeweten van de overige managementsleden van Derco, [betrokkene 2] verzocht om een ‘Plan van Aanpak’ op te stellen. [betrokkene 2] heeft dit plan – dat onder meer uitgaat van een wijziging van het management van Derco, waarbij [eiser 3] een beperktere rol zou krijgen dan voorheen – verstrekt aan [verweerder 10], die het heeft doorgestuurd aan potentiële participanten.
(vii) Nadat Derco c.s. op de hoogte zijn geraakt van de contacten tussen [verweerder 10], [betrokkene 2] en Van Lanschot heeft de raadsman van Derco Beheer bij brief van 28 mei 2009 de ontbinding van de overeenkomsten met de maatschap ingeroepen en de maatschap aansprakelijk gehouden voor alle schade ten gevolge van de wijze waarop de maatschap de opdrachten heeft uitgevoerd.