Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 juli 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen BNB (Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Speciale Projecten B.V.) en URW (Unibail-Rodamco Nederland Winkels B.V. en URW Nederland Winkels 2 B.V.). BNB, eiseres tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 16 januari 2024 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2021. De advocaat-generaal T. Hartlief heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van BNB schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van BNB over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van BNB verworpen en BNB veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van URW c.s. zijn begroot op € 8.206,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien BNB deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan.