2.4De in de schriftelijke notities van de officier van justitie bedoelde memo van de FIOD van 26 januari 2023 bevindt zich bij de stukken en houdt in:
“Inhoudsindicatie
Deze memo geeft uitleg over waarborgen:
1. dat personen die bij opsporingsonderzoek [...] zijn betrokken op geen enkele wijze toegang kunnen krijgen tot ‘uitgegrijsde’ gegevens;
2. wie, op welke wijze en onder welke omstandigheden eenmaal uitgegrijsde gegevens opnieuw toegankelijk kunnen maken (zgn ‘ontgrijzing’).
Kortweg kan de FIOD de volgende waarborgen noemen, namelijk:
a. door gebruik te maken van digitale profielen met beperking van rechten zodat een Rechercheur gegevens kan uitgrijzen en een Medewerker Geheimhouder enkel ter ondersteuning van een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris) uitgegrijsde gegevens kan lezen alsmede gegevens kan uitgrijzen en ontgrijzen;
b. door het loggen van handelingen waaruit volgt wie wanneer zichzelf toegang heeft verleend tot een digitaal bestand;
c. door verbaliseren van handelingen die betrekking hebben op ontgrijzen en uitgrijzen;
d. door alleen via een voorafgaand oordeel van een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris) gegevens te ontgrijzen.
e. door het voorschrijven van aanvullende toestemming van de FIOD directeur opsporing ter uitvoering van het oordeel van een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris) om gegevens te ontgrijzen.
Een toelichting op de genoemde waarborgen volgt hieronder.
Ad A. Digitale profielen
Alvorens in te gaan op de digitale profielen met verleende rechten is het goed te benoemen dat er twee verschillende functiegroepen betrokken zijn bij ‘uitgrijzen’ en ‘ontgrijzen’ van mogelijk verschoningsrechtelijk materiaal.
Allereerst is dit de functiegroep ‘Rechercheur’ die deel uit maakt van een onderzoeksteam dat een bepaald strafrechtelijk onderzoek verricht. Deze functiegroep verricht een bepaald strafrechtelijk onderzoek en houdt zich bezig met het verzamelen van belastend en ontlastend bewijs. Gedurende dit onderzoek kan deze functiegroep stuiten op mogelijk verschoningsgerechtigd materiaal. Mocht daarvan sprake zijn dan maakt deze functiegroep het aangetroffen materiaal ontoegankelijk door de gegevens als ‘privileged’ te labelen (uitgrijzen).
Daarnaast bestaat de functiegroep ‘Medewerker Geheimhouders’. Dit zijn aangewezen FIOD medewerkers die worden gekoppeld aan een strafrechtelijk onderzoek en geen deel uitmaken van het betreffende onderzoeksteam dat het strafrechtelijk onderzoek verricht. Gedurende het onderzoek kan deze Medewerker Geheimhouder bijstand verlenen aan een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris), nadat deze (geheimhouders)officier van justitie of rechter(-commissaris) hiertoe nadrukkelijk opdracht heeft gegeven. Deze ondersteuning kan zich uiten in een opdracht tot (aanvullend) uitgrijzen van mogelijk verschoningsgerechtigd materiaal of bijstand verlenen in (steeksproefsgewijs) onderzoek doen aan reeds uitgegrijsd mogelijk verschoningsgerechtigd materiaal. Bovengenoemde uiteenzetting van werkzaamheden van beide functiegroepen is van belang in relatie tot de bestaande digitale functieprofielen met verleende rechten tot uitgrijzen en ontgrijzen.
Uitgrijzen (alsook ontgrijzen) is een administratieve
Role-based access control (RBAC)aangelegenheid. Kortweg is RBAC een methode waarmee gebruikers wel of niet worden geautoriseerd om gegevens te kunnen uitgrijzen en ontgrijzen alsmede of deze ‘uitgegrijsde’ gegevens kunnen worden gelezen binnen een bepaald onderzoek. Dit betekent dat als een digitaal gebruikersprofiel geen toegang geeft tot uitgegrijsde gegevens, de medewerker met dit digitale gebruikersprofiel deze gegevens niet kan raadplegen.
Verder is van belang te weten dat doorgaans alle veiliggestelde data in een strafrechtelijk onderzoek wordt ingeladen in Ad Lab (alias Forensic Toolkit, FTK) of Hansken om deze data te kunnen doorzoeken. Onderhavige memo beperkt zich tot de waarborgen binnen het softwarepakket Ad Lab nu dit softwarepakket is gehanteerd binnen het onderzoek Martinique alsmede dat dit softwarepakket op grote schaal binnen de FIOD wordt gebruikt.
Binnen Ad Lab worden twee verschillende digitale profielen met (beperkte) rechten binnen een bepaald strafrechtelijk onderzoek verleend, namelijk
a. een digitaal profiel Rechercheur welk in een bepaald onderzoek wordt gekoppeld aan een Rechercheur van het betreffende onderzoeksteam, of
b. een digitaal profiel Medewerker Geheimhouders, welk in een bepaald onderzoek wordt gekoppeld aan een Medewerker Geheimhouder.
Team Functioneel beheer (die zorgt voor de functioneel, technische inrichting binnen de FIOD) verleent bovengenoemde digitale profielen aan FIOD medewerkers op verzoek van een projectleider binnen een betreffend onderzoek. Alleen FIOD-medewerkers die een digitaal profiel is toegekend in een bepaald onderzoek hebben toegang tot de onderzoeksgegevens van dat onderzoek.
Ad a. Digitaal profiel Rechercheur
Dit profiel geeft beschikking over de navolgende rechten in Ad Lab binnen een bepaald strafrechtelijk onderzoek waartoe de gebruiker als deelnemer van het onderzoeksteam is verbonden:
- toegang tot de ingeladen data;
- autorisatie om de ingeladen data te doorzoeken en daarbij te labelen op (belastend of ontlastend) bewijs;
- autorisatie om ingeladen data die mogelijk wordt geraakt door verschoningsrecht te labelen als ‘privileged’ (zgn ‘uitgrijzen’), waardoor deze gegevens per direct ontoegankelijk zijn voor alle leden binnen het onderzoeksteam.
Ad b. Digitaal profiel Medewerker Geheimhouders
Dit profiel geeft beschikking over de navolgende rechten (in aanvulling op het bestaande profiel digitale profiel Rechercheur) binnen Ad Lab om ondersteuning te kunnen verlenen aan een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(- commissaris):
- autorisatie tot lezen van ontoegankelijk gemaakte (uitgegrijsde) gegevens;
- autorisatie om ontoegankelijk gemaakte (uitgegrijsde) data weer toegankelijk te maken (zgn ‘ontgrijzing’).
Ad B. Logbestanden
Ad Lab is voorzien van logbestanden. Deze logbestanden kunnen worden gebruikt om gebeurtenissen van processen bij te houden. Tot op heden staan deze mogelijkheden van het loggen van handelingen uit. Het bijhouden van deze logbestanden kan de prestaties van Ad Lab op nadelige wijze beïnvloeden. Uiteraard is de FIOD bereid te onderzoeken of beschikbare logbestanden kunnen worden aangezet om op deze wijze de waarborgen bij het uitgrijzen en ontgrijzen te vergroten.
Ad C. Verbaliseren
Binnen de FIOD wordt aangestuurd op vastlegging van verrichte handelingen tot uitgrijzen en ontgrijzen in een proces-verbaal.
In het onderzoek Martinique zijn handelingen van uitgrijzen uitgevoerd door een Medewerker Geheimhouder. Binnen dit onderzoek heeft ook een (niet bij onderzoeksteam betrokken) Medewerker van DIGI digitale ondersteuning aan de Medewerker Geheimhouder verleend. Van deze werkzaamheden zijn processen-verbaal opgemaakt.
Ad D. Oordeel (geheimhouders)officier van justitie of rechter(commissaris) bij ontgrijzen
In een eerder gewezen vonnis overwoog de voorzieningenrechter dat ‘uitgegrijsde’ gegevens niet meer kenbaar mochten worden gemaakt zonder voorafgaand en onherroepelijk rechterlijk oordeel (ECLI:NL:RBOBR:2022:1035). Hierop heeft de FIOD samen met het FP (de Hoge Raad begrijpt: functioneel parket) een Voorlopig Beleid Uitspraak Kort Geding Verschoningsrecht opgesteld, dat nog steeds van kracht is. Wel heeft het OM hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak; de zitting moet nog plaatsvinden. Onderdeel van dit Voorlopig Beleid is dat de FIOD uitgegrijsde (digitale) gegevens waartoe door een (geheimhouders)officier van justitie een bevel tot vernietiging is gegeven zoals bedoeld in art. 126aa (en/of artikel 4 lid 2 van het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken) enkel is toegestaan te ontgrijzen na een voorafgaand onherroepelijk oordeel van een rechter(-commissaris). In situaties waarin geen bevel tot vernietiging als bedoeld in art. 126aa lid 2 Sv is gegeven, maar waarin wel (digitale) gegevens zijn uitgegrijsd (of anderszins ontoegankelijk zijn gemaakt) kan ontgrijzen daarvan slechts plaatsvinden in opdracht van een (geheimhouder)officier van justitie.
Ad E. Toestemming Directeur Opsporing FIOD bij ontgrijzen
Uit het eerder genoemde Voorlopig Beleid Uitspraak Kort Geding Verschoningsrecht volgt dat zodra sprake is van een oordeel van een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris) dat ontoegankelijk gemaakte (uitgegrijsde) gegevens weer toegankelijk moeten worden gemaakt ook aanvullende toestemming moet komen van de Directeur Opsporing FIOD. Onder verwijzing naar dat oordeel kan een projectleider een aanvraag voor het ontgrijzen (kenbaar maken) van bepaalde gegevens per mail indienen bij de Directeur Opsporing.
Na ontvangst van een oordeel van een (geheimhouders)officier van justitie of een rechter(-commissaris) en aanvullende toestemming van de Directeur Opsporing FIOD kan een Medewerker Geheimhouder verzochte ontoegankelijk gemaakte (uitgegrijsde) gegevens weer kenbaar maken voor het onderzoeksteam.
Tot slot
De omgang met gegevens die mogelijk onder het verschoningsrecht vallen heeft in de loop der tijd een ontwikkeling doorgemaakt. Zo was vanaf 2014 de Handleiding ‘Verwerking Geheimhoudersinformatie Aangetroffen In Inbeslaggenomen Voorwerpen En In Digitale Bestanden’ zoals vastgesteld door het Landelijk Overleg van rechercheofficieren in de kern leidend, maar beïnvloed en ingehaald door ontwikkelingen in de jurisprudentie.
Voor wat betreft het onderzoek Martinique is van belang te berichten dat in die periode van onderzoek de rechercheur ten aanzien van aangetroffen mogelijk verschoningsgerechtigd materiaal aan de medewerker geheimhouders vroeg dit materiaal uit te grijzen door deze te labelen als ‘privileged’.
Bovendien is van belang te berichten dat de in deze notitie beschreven onderdelen met betrekking tot de mogelijkheid van ontgrijzen (onder D en E) geldt sinds april 2022 vanwege de uitspraak in het kort geding op 22 maart 2022.”