Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Ik wil aangifte doen van ontucht of aanranding.
[verdachte] . Hij noemt zichzelf [verdachte] .
Dat is [A] in [plaats] .
Ik ging naar deze salon toe voor een ontspanningsmassage. De masseur heeft mij aangeraakt op plekken waar ik niet aangeraakt wilde worden. Hij heeft mij aangeraakt tussen mijn billen, op mijn clitoris en over mijn schaamlippen. Dit was over mijn slipje heen. Ik droeg een string. Dus mijn billen waren wel bloot waar hij het aanraakte.
(...) Toen ging hij mijn billen masseren. Ik dacht al “dit is niet fijn”. Hij ging toen steeds verder tussen mijn billen masseren.
Nee, doordat ik overdonderd was wat er gebeurde. Hij vroeg wel “kun je dit hebben?” Dit klinkt als gaat het te hard of zacht. Ik zei “ja”. Zou hij het hebben gezegd als “vind je dit fijn?”, dan zou ik “nee” hebben gezegd.
Hij heeft aan mijn schaamlippen gezeten. Hij was mijn billen aan het masseren en ging met zijn hand ertussen naar mijn schaamlippen. (...) Toen hij de voorkant van mijn lichaam aan het masseren was, maakte hij een soort van deze beweging over mijn clitoris.
Verbaasd door wat er gebeurde. Ik bevroor eigenlijk.
Nee, maar ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan dat ik niet heb gereageerd of iets er tegen heb gedaan. Ik was ook heel kwetsbaar, want ik lag daar bijna naakt.
Ik kom thuis, mijn huisgenoot aan wie ik alles vertel was op dat moment niet thuis. Dat is [betrokkene] . Ik heb haar mijn verhaal verteld via Whatsapp. Ik heb daar ook nog screenshots van.
A (17:10): Waar ik al eens eerder ben geweest en dat was toen heel goed
A (17:10): Maar
A (17:10): Ik weet niet helemaal zeker of ik een #metootje heb gehad of niet
G (17:32): Huh
G (17:32): Wat dan?
A (17:32): Ik was wel eens vaker bij deze masseur geweest en ik kan me niet herinneren dat mijn schaamlippen, bilnaad en clitoris ook meededen de vorige keer (Opmerking Hoge Raad: dit bericht is afgesloten met een zogenaamde “grimas emoticon”)
A (17:32): Dus daar werd ik een beetje door verrast
A (17:32): Lichamelijk was het chill
A (17:32): Maar mentaal vond ik het best wel awkward
A (17:33): Ik heb er niks van gezegd
G (17:34): Huh
G (17:34): Wtf
G (17:34): Was het man of vrouw?
G (17:34): Lijkt me niet helemaal standaard
A (17:35): Een man
A (17:35): Nee, zeker niet in zo’n nette salon
G (17:35): Okw huh
G (17:35): Neeee daaeom
A (17:35): Bij die Thaise vrouwtjes kun je zoiets verwachten
G (17:35): Wtf
A (17:35): En na een tijdje stond hij tegen mijn hand aan toen ik op mijn rug lag
A (17:35): En toen voelde ik iets
A (17:35): En ik weet niet of het zijn eerste, tweede of derde been was
G (17:36): Huh
A (17:36): En hij was echt PRECIES [naam] , maar dan ouder
G (17:36): Wow weird man
A (17:36): Als je zou zeggen dat hij [naam] oom is zou je het zo geloven
A (17:36): haha ja
G (17:37): Hoe oud denk je
A (17:37): 45?
A (17:42): Overal waar ik ze zie op internet krijgen ze 4 of 5 sterren
G (17:50): Ik zou dit wel serieus even uitzoeken ja
G (17:50): Vind het vreems
A: Ik heb met [aangeefster] erover gesproken. De ‘bevries’ reactie waar ze in kwam en het feit dat ze dus niets heeft gedaan op dat moment, daar heeft ze vooral een vervelend gevoel aan overgehouden. (...) Ik heb [aangeefster] vandaag ook nog wel gesproken en [aangeefster] gaf aan dat zij, na het belletje van u, twee nachten slecht had geslapen. Dat ze er weer een paar dagen erg mee bezig is geweest. Ze piekert er dan over.
A: Ja, dat klopt.
A: (...) Ik heb het er recent wel met haar over gehad. (...) Ze is zelfverzekerd en op die momenten is ze dat zichtbaar minder. Je ziet wel aan haar dat ze ermee bezig is. Ze piekert er wel veel over. Dat hoor ik ook van haar.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
14 mei 2024.