Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel in het principale beroep
3.Beslissing
19 januari 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Brodograđevna Industrija Split, Dioničko Društvo (hierna: Brodosplit) tegen Star Clippers Ltd. (hierna: Star Clippers). Brodosplit, gevestigd in Split, Kroatië, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 september 2022. Star Clippers, gevestigd in Nassau, Bahama's, heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Beide partijen hebben geconcludeerd tot verwerping van elkaars beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten van Brodosplit over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Het incidentele beroep van Star Clippers, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep, behoeft geen verdere behandeling. De Hoge Raad heeft het principale beroep van Brodosplit verworpen en heeft hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.