Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
i. Het openbaar ministerie heeft een vordering ingediend tot (gehele) herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.-zaaknummer 99-000825-31) op de grond dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten in de zaak met parketnummer 13/680065-16 en daarmee de aan de voorwaardelijke invrijheidstelling verbonden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
ii. De rechtbank heeft bij vonnis van 24 mei 2017 in de zaak met parketnummer 13/680065-16 de verdachte voor de onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren. Dit vonnis bevat geen beslissing over de onder i genoemde vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
iii. Bij afzonderlijke beslissing van 24 mei 2017 heeft de rechtbank beslist op de onder i genoemde vordering. Deze beslissing houdt onder meer in:
3.Beslissing
16 april 2024.