ECLI:NL:HR:2024:463

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
22/03114
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over executiegeschil en immuniteit van de Russische Federatie in arbitragezaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Russische staatsonderneming FKP Sojuzplodoimport en de vennootschappen Hulley Enterprises Limited, Veteran Petroleum Limited en Yukos Universal Limited. De zaak betreft een executiegeschil dat voortvloeit uit een arbitrale procedure. FKP heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, waarin het hof eerder een beslissing heeft genomen over de tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen. De Hoge Raad heeft de klachten van FKP over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het incidentele beroep van HVY, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep, behoeft geen behandeling. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en FKP veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03114
Datum22 maart 2024
ARREST
In de zaak van
RUSSISCHE STAATSONDERNEMING FKP SOJUZPLODOIMPORT,
gevestigd te Moskou, Russische Federatie,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: FKP,
advocaat: [advocaat],
tegen
1. HULLEY ENTERPRISES LIMITED,
gevestigd te Nicosia, Cyprus,
2. VETERAN PETROLEUM LIMITED,
gevestigd te Nicosia, Cyprus,
3. YUKOS UNIVERSAL LIMITED,
gevestigd te Douglas, Isle of Man,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: HVY,
advocaat: F.E. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/596260 / KG ZA 20-670 van de rechtbank Den Haag van 27 oktober 2020;
b. het arrest in de zaak 200.292.064/01 van het gerechtshof Den Haag van 28 juni 2022.
FKP heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
HVY hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor HVY mede door P.E. Ernste en A.G. Colenbrander.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep
De advocaat van FKP heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt FKP in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van HVY begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
22 maart 2024.