ECLI:NL:HR:2024:427
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak betreffende Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Bakker, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2023. Het hoger beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam met betrekking tot een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2019. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.