ECLI:NL:HR:2024:20

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
22/02581
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijwaringszaak met aansprakelijkheid voor schade aan naastgelegen pand door plaatsing afzinkkelder

In deze zaak, die op 12 januari 2024 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een vrijwaringszaak tussen Multi-Bouwsystemen B.V. en een verweerder die niet is verschenen. Multi heeft in opdracht van de verweerder bouwwerkzaamheden uitgevoerd, waaronder de plaatsing van een afzinkkelder. Tijdens deze werkzaamheden is schade ontstaan aan een naastgelegen pand, wat heeft geleid tot vorderingen van de eigenaar en gebruikers van dat pand tegen zowel Multi als de verweerder. De rechtbank heeft de vorderingen in de hoofdzaak afgewezen en in de vrijwaringszaak geoordeeld dat, gezien de afwijzing in de hoofdzaak, er geen verdere beoordeling van de vrijwaringsvordering plaatsvond. In hoger beroep heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Multi heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof in de hoofdzaak vernietigd en de zaak ter verdere behandeling verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit heeft ook gevolgen voor de vrijwaringszaak, waardoor het arrest van het hof in die zaak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft de verweerder in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/02581
Datum12 januari 2024
ARREST
In de zaak van
MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Soest,
EISERES tot cassatie,
hierna: Multi,
advocaat: R.T. Wiegerink,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaken C/01/325454 / HA ZA 17-621 en C/01/325639 / HA ZA 17-639 van de rechtbank Oost-Brabant van 29 november 2017 en 19 september 2018;
b. het arrest in de zaak 200.278.355/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 februari 2022.
Multi heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Uitgangspunten en feiten

2.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.2-1.11. Kort samengevat komen deze feiten op het volgende neer.
2.2
Multi heeft in opdracht van [verweerder] bouwwerkzaamheden verricht, bestaande uit het plaatsen van een zogenoemde afzinkkelder op het perceel van [verweerder]. Tijdens de werkzaamheden is schade ontstaan aan een naastgelegen pand (hierna: het pand).
2.3
[de eigenaar en gebruikers van het pand], de eigenaar en gebruikers van het pand, hebben vorderingen ingesteld tegen Multi en [verweerder], die onder meer ertoe strekken dat Multi en [verweerder] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [de eigenaar en gebruikers van het pand] en gehouden zijn de door [de eigenaar en gebruikers van het pand] geleden schade te vergoeden (hierna: de hoofdzaak, waarin de Hoge Raad vandaag eveneens uitspraak doet). Multi en [verweerder] hebben elkaar in vrijwaring opgeroepen (hierna: de vrijwaringszaak).
2.4
De rechtbank heeft in de hoofdzaak de vorderingen van [de eigenaar en gebruikers van het pand] afgewezen en heeft in de vrijwaringszaak geoordeeld dat, gelet op de afwijzing van de vorderingen in de hoofdzaak, niet wordt toegekomen aan de beoordeling en beslissing van het gevorderde in vrijwaring.
2.5
In hoger beroep heeft het hof [1] zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.

3.Beoordeling van het middel

3.1
Het middel klaagt dat het oordeel van het hof in de vrijwaringszaak niet in stand kan blijven als het cassatieberoep van [de eigenaar en gebruikers van het pand] in de hoofdzaak slaagt.
3.2
De Hoge Raad heeft bij arrest van vandaag het arrest van het hof in de hoofdzaak vernietigd en de hoofdzaak ter verdere behandeling verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. [2] Dit brengt mee dat ook het arrest van het hof in de vrijwaringszaak niet in stand kan blijven. Het middel is dus gegrond.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 februari 2022;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 960,33 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [verweerder] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.J.P. Lock, als voorzitter, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
12 januari 2024.

Voetnoten

1.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:525.
2.HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17.