Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van ABP heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 december 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Stichting Pensioenfonds ABP tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof had eerder op 26 september 2023 in een geschil over de naheffing van pensioenpremies en rechtsverwerking geoordeeld. ABP, vertegenwoordigd door advocaat A.H.M. van den Steenhoven, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest. De verweerster, een B.V. vertegenwoordigd door advocaat H.J.W. Alt, heeft een verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk was om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van ABP heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd, waarop de advocaat van de verweerster bezwaar heeft gemaakt. De Hoge Raad heeft dit bezwaar verworpen, omdat de reactie van ABP binnen de gestelde beperkingen viel.
Na beoordeling van de klachten over het arrest van het hof heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en ABP veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen aan deze kosten is voldaan.