ECLI:NL:HR:2024:1790
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad met betrekking tot belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad der Nederlanden op 6 december 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest. Het verzoek was ingediend door [X] en betrof het arrest van de Hoge Raad van 7 december 2018, met nummer 18/04447 en ECLI:NL:HR:2018:2275. De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze uitspraak geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing om het verzoek om herziening niet-ontvankelijk te verklaren is openbaar uitgesproken op 6 december 2024. Deze uitspraak is gedaan door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.