Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
3 december 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 maart 2023. De verdachte, een 19-jarige man, was veroordeeld voor ontucht met drie minderjarige meisjes en het bezit van kinderporno. De zaak kwam aan het licht nadat twee van de meisjes in de avonduren de ouderlijke woning hadden verlaten en niet meer terugkeerden, wat leidde tot een zoekactie door hun ouders en de politie. De verdachte stelde dat hij niet schuldig was aan de ontucht, omdat hij niet op de hoogte was van de werkelijke leeftijden van de meisjes. De Hoge Raad moest beoordelen of het hof terecht had geoordeeld dat de verdachte tekort was geschoten in zijn onderzoeksplicht naar de leeftijden van de slachtoffers. Daarnaast werd de strafmotivering van het hof ter discussie gesteld, waarbij de verdachte een gevangenisstraf van 45 maanden had gekregen, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De Hoge Raad moest ook oordelen over de causaliteit tussen de daden van de verdachte en de schade die de benadeelde partij had geleden, in dit geval studievertraging. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. Het beroep werd verworpen.