Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Procedure voor het Hof
4.Beoordeling van de door belanghebbende voorgestelde middelen
5.Beoordeling van het door de Staatssecretaris voorgestelde middel
.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door zowel belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de box 3-heffing en de vraag of belanghebbende recht heeft op een verdere vermindering van de heffing in box 3 op basis van artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Belanghebbende had voor het jaar 2018 aangifte gedaan met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 75.416 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 7.866. De Inspecteur had de aanslag IB/PVV opgelegd, maar na een arrest van de Hoge Raad in 2021 werd deze aanslag verminderd.
Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat de heffing in box 3 verder moest worden verminderd, omdat de door de wetgever veronderstelde rendementen niet door belanghebbende werden behaald. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende en de Staatssecretaris beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van belanghebbende niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof, maar dat het middel van de Staatssecretaris slaagde voor zover het zich richtte tegen het oordeel van het Hof over het werkelijke rendement. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, waarbij de Hoge Raad concludeerde dat belanghebbende niet had bewezen dat het werkelijke rendement op zijn vermogen in box 3 lager was dan het voordeel uit sparen en beleggen.
De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie van belanghebbende ongegrond verklaard, terwijl het beroep van de Staatssecretaris gegrond werd verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de betrokken raadsheren.