ECLI:NL:HR:2024:1741

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
22/04492
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over grootschalige marktplaatsoplichting en medeplegen van (poging tot) oplichting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 november 2022 werd gewezen. De zaak betreft grootschalige marktplaatsoplichting waarbij de verdachte, geboren in 1987, werd beschuldigd van medeplegen van (poging tot) oplichting, zoals vastgelegd in artikel 326.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat B. Kizilocak uit Rotterdam, die cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen noodzaak gezien om te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04492
Datum26 november 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 november 2022, nummer 21-003059-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B. Kizilocak, advocaat in Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 november 2024.