Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
3.Beslissing
22 november 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Gemeente Nijmegen cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 augustus 2023. De Gemeente vorderde schadevergoeding na wanprestatie door afzien van een bedrijfsverplaatsing. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor deze zaak, waaronder vonnissen van de rechtbank Gelderland en eerdere arresten van het hof. De verweersters, die ook een incidenteel cassatieberoep hebben ingesteld, zijn onder andere SLACHTHUIS NIJMEGEN B.V. en HILZACO BEHEER B.V.
De Hoge Raad heeft de klachten van de Gemeente over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep van de Gemeente verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten aan de zijde van de verweersters zijn begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Ook het incidentele beroep van de verweersters is verworpen, waarbij zij zijn veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente, begroot op € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 22 november 2024.