Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
- “ey ma pang pang ik weet waar je woont. Ik kom langs later met de Marokkanen buren praten laat ze je een kaulo koffoe op je hoofd geven” en/of
- “kom dezer dagen brieven brengen dan ik wacht beneden op je.. kom voor een pak rammel” en/of
- “pas op voor koffoe ik pak jullie” en/of
- “de marokkanen buren gaan jullie pakken heb met ze gepraat... laat ze je pakslaag geven” en/of
- “jullie hebben de verkeerde gekozen om mee te vechten” en/of
- “bij de beurzen moet je niet komen ik mep je mars samen met mijn miedium vrienden daar. Wees gewaarschuwd!” en/of
- “ik heb je al gezegd wat gaat gebeuren. 1 actie van jou en ik zet een grote voodoo op jou” en/of
- “je adres heb ik al ik pak je hard als ik jouw kop zie op straat of op de beurs” en/of
- “ik pak je als ik je zie.”
• Om te beginnen blijkt uit de aangifte van dochter [aangever] dat zij aangifte doet voor haar vader. Zij is zelf niet aanwezig geweest bij het voorval van de beurs. [voetnoot 2] De verklaring moet dus vooraf in ieder geval met vader besproken zijn. Het ligt echter voor de hand dat zij de aangifte en het voorval met het gehele gezin hebben besproken. Dit blijkt ook wel uit het feit dat ze in de “wij” vorm spreekt in de aangifte;
• Wat ook opvalt is het grote tijdsverloop tussen de aangifte en de verklaringen van vader, moeder en het zusje. Na de aangifte zijn deze verklaringen pas zo’n 1,5 jaar later opgenomen. De verklaring van vader ([benadeelde 1]) is zelfs pas op 28 november 2018 opgenomen. Ruim 2 jaar na het voorval. Het is een feit van algemene bekendheid dat zulk groot tijdsverloop van invloed is op het geheugen. Na 1,5 tot 2 jaar is het bijna onmogelijk om exacte bewoordingen te herinneren. Tenzij je het vaker met elkaar hebt besproken, herhaald, of zelfs voor het verhoor de aangifte hebt doorgelezen. Ik vermoed en vrees dat dit laatste is gebeurd. Het is namelijk wel heel bijzonder dat het gehele gezin 1,5 tot 2 jaar later bijna exact dezelfde woorden van bedreiging noemt, als in de aangifte van 2017.
Sterker nog, zelfs de volgorde van de woorden komt in de getuigenverklaringen overeen.
Aangifte [aangever] namens [benadeelde 1]: “Maak dat je weg komt, anders hak ik je kop eraf, ik maak je dood!” (p. 16)
[betrokkene 1]: “Maak dat je weg komt, ik hak je kop eraf. Ik maak je dood.”
(p. 60)
[betrokkene 2]: “Maak dat je weg komt, anders hak ik je kop eraf, ik maak je dood.” (p. 62)
[benadeelde 1]: “maak dat je wegkomt, je gaat er aan, ik hak je kop eraf.” (p. 64)
Voetnoot 2: PV aangifte p. 16: “In oktober 2016 gingen mijn vader, moeder en jongere zusje naar de beurs.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
5 november 2024.