Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft schriftelijk gereageerd op het hiervoor bedoelde verzoek en zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
2.Uitgangspunten in cassatie
In 2015 was belanghebbende van februari tot december werkzaam voor een opdrachtgever in Tilburg. In verband daarmee heeft hij in Tilburg een kamer gehuurd, waar hij van zondagavond tot en met vrijdag verbleef. Op die kamer had belanghebbende de beschikking over een magnetron en daarnaast was er de mogelijkheid gebruik te maken van een gemeenschappelijke keuken.
3.De oordelen van het Hof
Gelet op deze noodzaak maakt het volgens het Hof geen verschil of de ondernemer de maaltijd elders gebruikt vanwege zijn verblijf aldaar of dat hij de maaltijd thuis gebruikt. Ook de omstandigheid dat de “eigen verteerkosten” tijdens zijn verblijf elders hoger zijn dan wanneer hij thuis de maaltijd nuttigt, leidt niet ertoe dat de kosten (deels) in aftrek van de winst kunnen worden gebracht. De keuze van belanghebbende om uitgaven te doen voor ontbijt, lunch of diner buiten de deur en deze maaltijden niet zelf klaar te maken, is een keuze om zijn leven op een bepaalde wijze in te richten, en die keuze berust op overwegend persoonlijke motieven die eveneens gelden wanneer hij thuis dergelijke uitgaven zou doen, aldus nog steeds het Hof.
4.Beoordeling van de middelen
Voor het overige heeft te gelden dat, zoals hiervoor in 4.2.4 is overwogen, verteerkosten als gemengde kosten met inachtneming van de in artikel 3.15 Wet IB 2001 neergelegde beperkingen aftrekbaar zijn.
5.Overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure
6.Proceskosten
De Inspecteur zal worden veroordeeld in de kosten die belanghebbende heeft moeten maken voor de gedingen voor het Hof en voor de Rechtbank en in de kosten in verband met de behandeling van de bezwaren. Wat de bezwaarfase betreft, worden de zaken voor de jaren 2014 en 2015 aangemerkt als met elkaar samenhangende zaken in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.