ECLI:NL:HR:2024:1452

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
23/04420
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep inzake beslag op elektrische step en schuldheling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de klager, die in verband met een beslag op een elektrische step was ingesteld. De klager was eerder veroordeeld door de kinderrechter voor schuldheling van de e-step. De Hoge Raad oordeelde dat het cassatieberoep niet in behandeling kon worden genomen, omdat de beslissing van de kinderrechter ook een oordeel over het beslag op de e-step bevatte. De klager had een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, maar de Hoge Raad kon hierop geen andersluidend oordeel meer geven na de beslissing over het beslag in de strafzaak. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken had geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn cassatieberoep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04420 B
Datum15 oktober 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 8 november 2023, nummer RK 23/024123, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft N. Roos, advocaat in Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de klager niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 oktober 2024.