Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verloop van de procedure
2.De bevoegdheid van de rechtbank
3.De ontvankelijkheid
‘dat wij politie maar naar de Officier moesten gaan, omdat de Officier onze baas zou zijn.'
4.De beslissing
niet-ontvankelijk.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 8 november 2023 uitspraak gedaan over een klaagschrift van een klager die teruggave van een in beslag genomen elektrische step (E-step) vorderde. Het klaagschrift, ingediend door mr. N. Roos, was gedateerd op 27 september 2023 en betrof een beslag dat was gelegd op basis van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering. De klager, geboren in 2005, stelde dat hij onbedoeld afstand had gedaan van de E-step en dat hij niet op de hoogte was van de herkomst van de step, die afkomstig was van een misdrijf. De officier van justitie, mr. G.J. Jansen, betwistte de ontvankelijkheid van de klager, stellende dat de klager op 15 september 2023 afstand had gedaan van de step, waarna deze aan de rechtmatige eigenaar was teruggegeven. De raadkamer heeft vastgesteld dat het beslag op de E-step op 15 september 2023 is geëindigd door de teruggave aan de eigenaar, waardoor de klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klaagschrift. De rechtbank benadrukte dat de klager rechtsgeldig afstand had gedaan van de step en dat er geen aanleiding was voor de advocaat van de klager om de politie op een denigrerende manier te benaderen. De beslissing van de raadkamer was dat het klaagschrift niet-ontvankelijk werd verklaard.