Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft schriftelijk gereageerd op het hiervoor bedoelde verzoek en zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
2.Uitgangspunten in cassatie
3.De oordelen van de Rechtbank
Op grond van het derde lid van dit artikel 16 wordt, zo overweegt de Rechtbank, de historische verkrijgingsprijs vermeerderd met “de waardeaangroei van de aandelen (…) boven die verkrijgingsprijs voor zover deze aangroei blijkt te zijn ontstaan in een periode dat de belastingplichtige ter zake van die aandelen (…) in Nederland niet belastingplichtig was”. De Rechtbank heeft tot slot – in cassatie eveneens onbestreden – vooropgesteld dat tussen partijen alleen in geschil is of de verkrijgingsprijs van de aandelen op grond van deze bepaling kan worden vermeerderd met de waardeaangroei van de aandelen boven die verkrijgingsprijs die is ontstaan in de in geschil zijnde periode.