ECLI:NL:HR:2024:1172

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
23/02374
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schadevergoeding wegens strafrechtelijk optreden en poging tot faillissementsfraude

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben de eisers, bestaande uit een particulier en twee vennootschappen, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de eisers schadevergoeding vorderden wegens strafrechtelijk optreden van de Staat, in het bijzonder in verband met een verdenking van poging tot faillissementsfraude. De rechtbank had de vordering afgewezen, waarna de eisers in hoger beroep gingen. Het hof bevestigde de afwijzing van de vordering, waarop de eisers cassatie hebben ingesteld.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het arrest van het hof beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.057,--, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 13 september 2024 door de vicepresident en de raadsheren in een openbare zitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/02374
Datum13 september 2024
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. REFLECS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. ALVOWIKI B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: D. Rijpma,
tegen
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de Staat,
advocaat: G.C. Nieuwland.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/582407 / HA ZA 19-1120 van de rechtbank Den Haag van 2 december 2020;
b. het arrest in de zaak 200.295.573/02 van het gerechtshof Den Haag van 21 maart 2023.
[eisers] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staat heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor de Staat toegelicht door zijn advocaat en mede door M.W. Bakker.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident V. van den Brink als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons en T. Kooijmans, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
13 september 2024.