Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
10 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte betrokken was bij een vergismoord in Amsterdam in 2021. Bij deze schietpartij kwam de vriendin van het beoogde slachtoffer om het leven. De verdachte, een 20-jarige man, werd beschuldigd van medeplegen van (poging tot) moord, brandstichting in de vluchtauto, vuurwapenbezit en vernieling van woningen en auto’s. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld, waaronder een bewijsklacht met betrekking tot voorbedachte raad en een standpunt over de toepassing van het adolescentenstrafrecht. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en dat het niet nodig is om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het gerechtshof.