ECLI:NL:HR:2024:1119

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
23/03754
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vergismoord en toepassing adolescentenstrafrecht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte betrokken was bij een vergismoord in Amsterdam in 2021. Bij deze schietpartij kwam de vriendin van het beoogde slachtoffer om het leven. De verdachte, een 20-jarige man, werd beschuldigd van medeplegen van (poging tot) moord, brandstichting in de vluchtauto, vuurwapenbezit en vernieling van woningen en auto’s. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld, waaronder een bewijsklacht met betrekking tot voorbedachte raad en een standpunt over de toepassing van het adolescentenstrafrecht. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en dat het niet nodig is om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het gerechtshof.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/03754
Datum10 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 25 september 2023, nummer 23-002016-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 september 2024.