ECLI:NL:HR:2024:1083
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de fiscale behandeling van certificaten van aandelen en de gevolgen voor het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de fiscale behandeling van certificaten van aandelen die belanghebbende in de jaren 2006 tot en met 2014 had aangeschaft. De Inspecteur had deze certificaten in aanmerking genomen bij de bepaling van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen voor de jaren 2016 en 2017, terwijl belanghebbende betoogde dat het verlies dat zij had geleden bij de verkoop van de certificaten als negatief loon in aanmerking moest worden genomen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat er geen fiscaal relevant causaal verband bestond tussen de certificaten en de dienstbetrekking van belanghebbende. Het Hof had vastgesteld dat het verlies dat belanghebbende had geleden niet rechtstreeks samenhing met haar dienstbetrekking, maar voortkwam uit de waardedaling van de certificaten. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het Hof ook terecht had geoordeeld over de waardebepaling van de certificaten op de peildatum 1 januari 2017 en dat de stelling van belanghebbende over schending van het EVRM niet kon leiden tot een andere uitkomst.
De Hoge Raad verklaarde beide beroepen in cassatie ongegrond en bevestigde daarmee de uitspraak van het Hof. De proceskosten werden niet toegewezen. Dit arrest is van belang voor de fiscale behandeling van verliezen op certificaten van aandelen en de toepassing van de Herstelwet in relatie tot het voordeel uit sparen en beleggen.