ECLI:NL:HR:2024:1024

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
23/03452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van arbitraal vonnis in geschil over metrolijn aanleg

In deze zaak gaat het om een vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis dat is gewezen in het kader van een geschil over de aanleg van een metrolijn in de Turkse stad Bursa. De eisers, Güriş c.s., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat hun vordering tot vernietiging had afgewezen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten van Güriş c.s. beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is niet gemotiveerd, omdat het niet nodig is om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Daarnaast hebben Güriş c.s. aanvullende verzoeken en vorderingen ingediend, waaronder het verzoek om een instantie aan te wijzen die van het geschil kennis kan nemen en een vordering om Bursa te gebieden af te zien van verdere bevoegdheidsincidenten. De Hoge Raad wijst deze verzoeken af, omdat in deze procedure geen ruimte bestaat voor beoordeling van aanvullende verzoeken en vorderingen. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep en wijst de aanvullende verzoeken af, waarbij Güriş c.s. in de kosten van het geding worden veroordeeld.

De uitspraak is gedaan op 5 juli 2024 door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren F.R. Salomons en G.C. Makkink, en openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/03452
Datum5 juli 2024
ARREST
In de zaak van
1. GÜRIȘ INSAAT VE MÜHENDISLIK A.S.,
gevestigd te Ankara, Turkije,
2. SIEMENS AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te München, Duitsland,
3. SIEMENS SANAYI VE TICARET A.S. (SIMKO),
gevestigd te Istanbul, Turkije,
4. TÜVASAS TÜRKIYE VAGON SANAYI A.S.,
gevestigd te Adapazari, Turkije,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Güriş c.s.,
advocaten: R.R. Verkerk en A.M. van Aerde,
tegen
BURSA BÜYÜKSEHIR BELEDIYESI,
gevestigd te Bursa, Turkije,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Bursa,
advocaat: M.W. Scheltema.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 200.305.484/01 van het gerechtshof Den Haag van 6 juni 2023.
Güriş c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Bursa heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Bursa toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot afwijzing van de aanvullende verzoeken en vorderingen van Güriş c.s. en voor het overige tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van Güriş c.s. hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het geschil tussen partijen gaat over schadevergoeding als gevolg van de vertraagde aanleg van een metrolijn in de Turkse stad Bursa. In dit geding vorderen Güriş c.s. op de voet van art. 1064 e.v. Rv vernietiging van een tussen partijen gewezen arbitraal vonnis, waarbij het scheidsgerecht zich onbevoegd heeft verklaard. Het hof heeft deze vordering afgewezen.
2.2
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beoordeling van het aanvullende verzoek en de aanvullende vordering

3.1
Güriş c.s. verzoeken de Hoge Raad kort gezegd een instantie aan te wijzen die van het geschil over de aanleg van de metrolijn kennis zal kunnen nemen. Zij vorderen voorts Bursa te gebieden om op straffe van het verbeuren van een dwangsom af te zien van het voeren van nadere bevoegdheidsincidenten en andere pogingen om een beoordeling ten gronde te frustreren.
3.2
De Hoge Raad wijst het verzoek en de vordering af. Dit geding betreft een vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis op de voet van art. 1064 e.v. Rv. In deze procedure bestaat geen ruimte voor beoordeling van aanvullende verzoeken en vorderingen.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- wijst het aanvullende verzoek en de aanvullende vordering af;
- veroordeelt Güriş c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Bursa begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Güriş c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
5 juli 2024.