Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
23 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een beroep in cassatie door Sibema Limburg B.V. en een andere eiseres, gezamenlijk aangeduid als Sibema c.s., tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had op 23 november 2021 een eerder vonnis van de rechtbank Gelderland van 5 december 2019 bekrachtigd. De zaak betreft bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van een aandelentransactie, waarbij de eisers stellen dat er verzuim is in de aansprakelijkstelling. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en processtukken, en oordeelt dat de klachten van de eisers niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verweerder begroot op € 2.555,--, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.