ECLI:NL:HR:2023:971

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
22/00546
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en verjaring in aandelentransactie

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een beroep in cassatie door Sibema Limburg B.V. en een andere eiseres, gezamenlijk aangeduid als Sibema c.s., tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had op 23 november 2021 een eerder vonnis van de rechtbank Gelderland van 5 december 2019 bekrachtigd. De zaak betreft bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van een aandelentransactie, waarbij de eisers stellen dat er verzuim is in de aansprakelijkstelling. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en processtukken, en oordeelt dat de klachten van de eisers niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verweerder begroot op € 2.555,--, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00546
Datum23 juni 2023
ARREST
In de zaak van
1. SIBEMA LIMBURG B.V.,
gevestigd te Wessem, gemeente Maasgouw,
2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Sibema c.s.,
advocaat: F.J. Fernhout,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: B.M.H. Fleuren.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak NL19.3831 van de rechtbank Gelderland van 5 december 2019;
b. de arresten in de zaak 200.273.138 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 februari 2021 en 23 november 2021.
Sibema c.s. hebben tegen de arrest van het hof van 23 november 2021 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Sibema c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Sibema c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Sibema c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, H.M. Wattendorff en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
23 juni 2023.