Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
4.Beoordeling van het middel in het incidentele beroep
5.Beslissing
23 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Gemeente Amsterdam en Holding Hoveling Techniek B.V. De zaak betreft de vraag of de Gemeente als erfverpachter een onredelijk hoge canon heeft bedongen bij de omzetting van een tijdelijk erfpachtrecht in een voortdurend erfpachtrecht. De Gemeente had in 1955 een erfpachtrecht voor de duur van vijftig jaar gevestigd, dat in 2001 werd omgezet in een voortdurend recht van erfpacht. Hoveling, de erfpachter, heeft in 2013 ingestemd met de conversie, maar was het niet eens met de hoogte van de canon die de Gemeente had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de canon onredelijk hoog was en bepaalde deze op € 6.933,-- per jaar. Het hof bekrachtigde dit vonnis, maar de Gemeente ging in cassatie.
De Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente misbruik van omstandigheden heeft gemaakt door een onredelijk hoge canon te bedingen. De beoordeling van misbruik van omstandigheden moet rekening houden met de specifieke omstandigheden van het geval, waaronder de hoedanigheid van de Gemeente als publiekrechtelijk lichaam en haar erfpachtbeleid. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling. De Gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.