ECLI:NL:HR:2023:872

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
22/01543
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongeval en de rol van zorgplicht, stelplicht en bewijslast

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een beroep in cassatie door Hydrauvision c.s. tegen eerdere arresten van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft werkgeversaansprakelijkheid bij een arbeidsongeval, specifiek onder artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en arresten van het hof, waaruit blijkt dat de klachten van Hydrauvision c.s. niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere uitspraken. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat er geen noodzaak is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn, aangezien dit niet van belang is voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en Hydrauvision c.s. veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet tijdig worden voldaan. Dit arrest is uitgesproken op 9 juni 2023.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/01543
Datum9 juni 2023
ARREST
In de zaak van
1. HYDRAUVISION SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Sluis,
2. AUTOSCHADE RIDA OOSTBURG B.V.,
gevestigd te Sluis,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna: Hydrauvision c.s.,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: G.C. Nieuwland.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 7135857/18-2880 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 10 oktober 2018 en 29 mei 2019;
b. de arresten in de zaak 200.266.923/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 14 september 2021 en 25 januari 2022.
Hydrauvision c.s. hebben tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] mede door J.B.B. Heinen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Hydrauvision c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Hydrauvision c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Hydrauvision c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
9 juni 2023.