2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 2 september 2021, inhoudende:
Ik was in Den Haag. Het klopt dat ik op 20 augustus 2020 'Vieze vuile kankerhond, ik zal je doodslaan mongool' tegen Pieter Omtzigt heb gezegd.
2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 september 2020 van de politie Eenheid Den Haag met nr. 2020254011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 70 en verder):
als de op 4 september 2020 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik wil verklaren dat ik inderdaad de persoon ben die op 20 augustus 2020 "Vuile kankerhond, mongool, ik sla je dood kankermongool" of woorden van gelijke strekking naar meneer Omtzigt roept.
3. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 26 augustus 2020 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2020254011-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 9 en verder):
als de op 21 augustus 2020 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] namens mevr. K. Arib:
Ik ben werkzaam als plaatsvervangend beveiligingsambtenaar bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal en door mevrouw K. Arib, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, schriftelijk gemachtigd tot het doen van aangifte.
Mevrouw Arib meldde dat zij op vrijdag 21 augustus 2020 kennis heeft genomen van de beelden waarop zichtbaar is hoe de heer Pieter Omtzigt op donderdag 20 augustus 2020 is belaagd, met de dood is bedreigd en hinderlijk gevolgd werd door een groep demonstranten. De heer Omtzigt bevond zich ten tijde van deze, jegens hem gepleegde feiten, als voetganger op de openbare weg te Den Haag, terwijl hij poogde van het gebouw van de Tweede Kamer aan het Plein te Den Haag te wandelen naar het Ministerie van Financiën, gelegen aan het Korte Voorhout te Den Haag.
Op de genoemde beelden constateerde mevrouw Arib dat Omtzigt tijdens deze wandeling ernstig gehinderd is, dat er ongepast fysiek contact met Omtzigt werd gemaakt, dat Omtzigt fysiek de weg, en daarmee zijn vrije doorgang, werd versperd en dat Omtzigt daarmee hinderlijk is gevolgd door een groep demonstranten.
Op de kruising Plein met de Lange Houtstraat aangekomen werd Omtzigt de vrije doorgang volledig fysiek versperd door de groep demonstranten. Duidelijk hoorbaar is dat Omtzigt hierop het volgende tegen deze groep demonstranten zegt: "Even voor de helderheid, ik voel mij niet erg prettig met al deze mensen om mij heen", of woorden van gelijke strekking. Na deze opmerking van Omtzigt hervatte de groep demonstranten de hinderlijke, intimiderende, bedreigende en storende wijze van volgen van Omtzigt. Zichtbaar is de hinder die Omtzigt hiervan ondervond en het is duidelijk dat Omtzigt laverend tussen aldaar geparkeerde auto's moest wandelen en meermalen het trottoir moest verlaten om deze hinderlijke belemmeringen te pogen te omzeilen.
Hierop probeerde Omtzigt zijn weg te vervolgen waarop hij door tenminste één van deze hinderlijk volgende demonstranten met de dood is bedreigd. Op de genoemde beelden is duidelijk te horen dat één van deze demonstranten met luide stem het volgende naar Omtzigt roept: "Vuile kankerhond, ik schop je dood, kankermongool" of woorden van gelijke strekking.
4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 september 2020 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2020254011-10.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 13 en verder):
als de op 2 september 2020 afgelegde verklaring van P.H. Omtzigt:
Ik ben werkzaam als lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Op 20 augustus 2020 om 17:50 uur begaf ik mij naar de hoofdingang van de Tweede Kamer. Toen mijn collega's en ik ons op het Plein begaven, merkten wij direct dat er een onrustige sfeer hing. Op het Plein werden wij direct aangesproken door een groep van circa 10 personen. Deze groep volgde mij en mijn collega's te voet. Enkele meters voordat wij de Lange Houtstraat bereikten, werd ik gehinderd door enkele personen uit deze groep. Een mij onbekende manspersoon versperde/blokkeerde mij fysiek de weg door voor mij te gaan staan. Ik werd hierdoor gedwongen om stil te gaan staan. Ik heb hierbij op rustige, maar duidelijk te verstane wijze, woordelijk aangegeven dat ik mij niet prettig voelde in de situatie die ontstond. De man die mij de weg versperde, riep vervolgens dat er ook dingen waren die hij niet prettig vond. Hij bleef met luide stem tegen mij praten/roepen, terwijl hij met zijn gezicht op enkele centimeters afstand van mij stond. De man kwam met zijn gezicht intimiderend dicht tegen mijn gezicht. Ik vind het normaal al niet prettig als een mij onbekende persoon veel te dicht in mijn persoonlijke ruimte komt, maar in deze tijden met de gevaarzetting rondom coronabesmettingen hecht ik er waarde aan als personen zich houden aan de anderhalve meter maatregel. De agressieve en fysiek intimiderende wijze waarop de man voor mij stond, dichtbij mij stond en tegen mij riep/schreeuwde, ervaarde ik als (be)dreigend.
Toen ik het Ministerie van Financiën veilig had bereikt, heb ik daar 10 minuten nodig gehad om tot mezelf te komen, daar ik aangedaan was door hetgeen mij zojuist was overkomen. Deze situatie heeft mij emotioneel meer gedaan dan ik had verwacht.
Ik heb op 21 augustus 2020 de beelden gezien die op de website www.geenstijl.nl zijn geplaatst onder de link https://www.geenstijl.nl/515988/koekoek/. Op die beelden is duidelijk te horen wat de man die mij de weg versperde tegen mij riep/schreeuwde, nadat ik de groep passeerde. Ik hoor dat de man jegens mij riep/schreeuwde: "Vieze-vuile kankerhond. Ik zal je doodslaan mongool! Kankermongool!".
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 september 2020 van de politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2020254011-4.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 24 en verder):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 20 augustus 2020 vond er in 's-Gravenhage een demonstratie plaats. Gezien deze demonstratie hield er zich een groot aantal personen die in meer of mindere mate betrokken waren bij deze demonstratie op in de directe nabijheid van het gebouw van de Tweede Kamer aan het Plein. Een aantal van deze op het Plein aanwezige personen besloot op zeker moment de op dat moment zich als voetganger op de openbare weg bevindende P.H. Omtzigt, die kort daarvoor het gebouw van de Tweede Kamer had verlaten, "aan te spreken". Door een mij verder onbekend gebleven persoon werden van dit "aanspreken" filmopnamen gemaakt. Deze opnamen werden op "social media" geplaatst en door mij bekeken. Op de bewegende beelden zag ik dat:
- de verdachte op zeker moment vlak voor Omtzigt ging staan en dat Omtzigt zijn weg hierdoor niet kon vervolgen,
- de verdachte zijn gezicht op enkele centimeters van het gezicht van Omtzigt hield,
- Omtzigt probeerde de verdachte te ontwijken,
- hoorde ik dat Omtzigt aangaf zich niet prettig te voelen bij de situatie,
- meerdere personen uit de groep zich hinderlijk voor Omtzigt ophielden en hem volgden.
Ik hoorde een mannenstem roepen "vieze vuile kankerhond". Op het moment dat dit werd geroepen, zag ik de lippen van de verdachte bewegen en zag ik dat hij zijn hoofd hield in de richting van Omtzigt. Vlak hierop hoorde ik dezelfde stem
schreeuwen "Ik zal je doodslaan, mongool, kankermongool".”
2.2.3Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring verder het volgende overwogen:
“Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de verdachte zich op bewezenverklaarde wijze schuldig heeft gemaakt aan een voltooide bedreiging van P.H. Omtzigt (hierna: Omtzigt).
Voor een veroordeling ter zake van een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is volgens vaste rechtspraak (onder meer) vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied, dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze het leven zou verliezen. Verder moet het opzet van de verdachte zijn gericht op zowel het daadwerkelijk op de hoogte raken van de bedreiging door de bedreigde als op het ontstaan van de hiervoor bedoelde vrees bij de bedreigde. Voor een veroordeling is niet vereist dat komt vast te staan dat bij de bedreigde daadwerkelijk vrees is opgewekt. Voldoende is dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat zij in het algemeen geschikt is om de vrees teweeg te brengen.
In de onderhavige zaak heeft Omtzigt het volgende verklaard.
Op 20 augustus 2020 bevond hij zich op het Plein in Den Haag. Direct na het betreden van het Plein merkte hij dat er een onrustige sfeer hing. Hij werd aangesproken door een groep van circa tien personen, die als het ware op hem afstormden. Dit kwam al behoorlijk intimiderend op hem over. Een aantal personen uit deze groep kwam redelijk dicht bij hem in de buurt. De situatie voelde anders dan in andere gevallen waarin hij mensen te woord staat.
Deze groep, waarvan de verdachte onderdeel uitmaakte, volgde Omtzigt te voet. Op enig moment blokkeerde een onbekende persoon, naar later bleek de verdachte, Omtzigt fysiek de weg door voor hem te gaan staan. Omtzigt werd hierdoor gedwongen om stil te gaan staan. Een andere onbekende manspersoon raakte hem op dat moment aan, hetgeen hij als intimiderend ervoer. De verdachte sprak Omtzigt met luide stem toe, terwijl hij met zijn gezicht intimiderend dicht tegen het gezicht van Omtzigt kwam. Omtzigt voelde zich onveilig door het gedrag van de verdachte en de ontstane situatie. Door de agressieve, intimiderende en opgefokte houding van de verdachte sloot Omtzigt niet uit dat deze persoon hem fysiek aan zou kunnen vallen. Omtzigt heeft toen kenbaar gemaakt dat hij zich niet prettig voelde in de ontstane situatie. Hierna heeft Omtzigt zijn weg vervolgd in de richting van de Lange Houtstraat te Den Haag. De verdachte heeft toen de woorden 'Vieze vuile kankerhond, ik zal je doodslaan mongool!' geroepen in de richting van Omtzigt. De door de verdachte gebezigde woorden hebben Omtzigt een dag later, op 21 augustus 2020, bereikt, nadat hij de beelden van het incident op het internet had gezien en beluisterd.
De verklaring van Omtzigt vindt op belangrijke punten bevestiging in de beelden die zich in het dossier bevinden.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep erkend dat hij op 20 augustus 2020 te Den Haag 'Vieze vuile kankerhond, ik zal je doodslaan mongool' naar Omtzigt heeft geroepen.
Het hof is van oordeel dat de verdachte met deze bewoordingen, mede gezien de context waarin ze werden geuit, een dermate bedreigende situatie heeft gecreëerd, dat bij Omtzigt in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat de verdachte zijn woorden waar zou maken. In de bewijsmiddelen ligt besloten dat het opzet van de verdachte erop was gericht dat Omtzigt daadwerkelijk op de hoogte zou raken van de bedreiging en dat bij hem de hiervoor bedoelde vrees zou ontstaan.
De omstandigheid dat Omtzigt pas een dag later kennis nam van de uitlatingen van de verdachte en de verklaring van Omtzigt dat de dreiging en onveiligheidsgevoelens die hij op 20 augustus 2020 voelde, die dag niet meer aanwezig waren, nu hij inmiddels in veiligheid was, doen – gelet op de hiervoor weergegeven vaste rechtspraak – niet af aan de conclusie dat sprake is van een voltooide bedreiging in de zin van artikel 285, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Met de advocaat-generaal acht het hof het onder 1 primair tenlastegelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.”