ECLI:NL:HR:2023:789
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake ambtshalve vermindering inkomstenbelasting
In deze zaak heeft belanghebbende, een individu uit [Z], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 november 2022, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland werd behandeld. De Rechtbank had eerder het verzoek van belanghebbende om ambtshalve vermindering van de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2014 afgewezen. Belanghebbende stelde dat hij niet op de juiste wijze was uitgenodigd voor de zitting van het Hof, omdat hij de uitnodigingen niet had ontvangen. Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende op de wettelijk vereiste wijze was uitgenodigd, wat leidde tot de afwijzing van zijn beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het oordeel van het Hof onvoldoende was gemotiveerd. De verzendstatus van PostNL en de onduidelijkheid over het bezorgadres lieten ruimte voor twijfel of de uitnodiging daadwerkelijk op het juiste adres was bezorgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht van belanghebbende slaagde, waardoor de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 26 mei 2023.