ECLI:NL:HR:2023:708

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
21/01997
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest van de Hoge Raad inzake belastingrecht en pensioenaanspraken

Op 12 mei 2023 heeft de Hoge Raad der Nederlanden een herstelarrest gewezen ter verbetering van een eerder arrest van 17 februari 2023, met nummer 21/01997. Dit herstelarrest betreft een cassatieprocedure van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 maart 2021, met de nummers 19/00663 en 19/00664. De Hoge Raad constateerde dat er een fout was gemaakt in het eerdere arrest, waarbij in rechtsoverweging 3.2.4 ten onrechte de term 'belanghebbende' was gebruikt in plaats van 'de Stichting'. Deze fout heeft betrekking op de winsten behaald met arbitrageactiviteiten en hun relatie tot de pensioenaanspraak van de Stichting.

De Hoge Raad heeft partijen schriftelijk op de hoogte gesteld van het voornemen om deze fout te herstellen, waarna partijen zich hierover hebben uitgelaten. In het herstelarrest is de eerste zin van rechtsoverweging 3.2.4 gecorrigeerd, zodat deze nu correct verwijst naar de Stichting als de entiteit waaraan de winsten toekomen. De beslissing van de Hoge Raad om het eerdere arrest te herstellen, is openbaar uitgesproken op 12 mei 2023, en onderstreept het belang van nauwkeurigheid in juridische uitspraken, vooral in zaken die betrekking hebben op belastingrecht en pensioenaanspraken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer21/01997
Datum12 mei 2023
HERSTELARREST
ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 17 februari 2023, nr. 21/01997, ECLI:NL:HR:2023:246, gewezen op het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 maart 2021, nrs. 19/00663 en 19/00664 [1] .

1.Overwegingen voor herstel

1.1
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 17 februari 2023 arrest gewezen (hierna: het arrest). Nadien heeft de Hoge Raad ambtshalve geconstateerd dat het arrest een fout bevat. De Hoge Raad heeft partijen schriftelijk op de hoogte gesteld van zijn voornemen deze fout te herstellen.
Partijen hebben zich schriftelijk over dit voornemen uitgelaten.
1.2
In rechtsoverweging 3.2.4 van het arrest heeft de Hoge Raad onder meer overwogen:
“Voor het geval het Hof daarentegen heeft aangenomen dat de winsten die zijn behaald met de arbitrageactiviteiten geheel aan belanghebbende toekomen, houdt zijn oordeel kennelijk in dat die winsten als aangroei van de pensioenaanspraak tot het loon behoren op het moment waarop zij worden bijgeschreven.”
Waar in deze zin “belanghebbende” staat, had “de Stichting” moeten staan.
1.3
Herstel van deze fout brengt mee dat de eerste zin van rechtsoverweging 3.2.4 van het arrest als volgt komt te luiden:
“Voor het geval het Hof daarentegen heeft aangenomen dat de winsten die zijn behaald met de arbitrageactiviteiten geheel aan de Stichting toekomen, houdt zijn oordeel kennelijk in dat die winsten als aangroei van de pensioenaanspraak tot het loon behoren op het moment waarop zij worden bijgeschreven.”

2.Beslissing

De Hoge Raad herstelt het arrest van 17 februari 2023, nr. 21/01997, op de hiervoor in 1.3 vermelde wijze.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris, E.F. Faase, P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2023.